Katholiek Onderwijs Vlaanderen verenigt katholieke scholen, centra, internaten, hogescholen en universiteit. We zijn een grote netwerkorganisatie: meer dan 1 op de 7 Vlamingen leert of werkt immers in het katholiek onderwijs. In deze rubriek brengen we dat netwerk in beeld. We interviewen elke maand een lid van onze organisatie om te weten te komen wat haar/hem drijft en wat Katholiek Onderwijs Vlaanderen voor haar/hem betekent.
Deze maand is het de beurt aan Mark Van Eenaeme. Mark was achtereenvolgens onderwijzer, mentor aanvangsbegeleiding, pedagogisch directeur en stafmedewerker van scholengemeenschap Zoniën. Vandaag is hij er coördinerend directeur.
Eigenlijk net hetzelfde als wat me vijftien jaar geleden als onderwijzer in het derde leerjaar dreef! Toen waren het de betrokkenheid en dankbaarheid van leerlingen en ouders die me energie gaven. Nu haal ik een vergelijkbaar werkplezier uit de samenwerking met directeurs en leraren. Het is een andere doelgroep en we hebben andere doelen dan toen, maar het geeft eenzelfde soort voldoening als je die doelen kan realiseren. Wanneer we bijvoorbeeld met de scholengemeenschap een gezamenlijke stap vooruit kunnen zetten in een van de vele uitdagingen van het hedendaagse onderwijs, ben ik een 'contente coördinator'. En zo'n stap vooruit is dan zelden een persoonlijke verdienste, maar een rol kunnen spelen in die samenwerking doet deugd.
Net zoals ik erg geloof in de voordelen en verdiensten van een scholengemeenschap voor 'horizontale samenwerking', denk ik dat Katholiek Onderwijs Vlaanderen een onmisbare partner is in het onderwijs van vandaag. Het is dankzij deze 'verticale samenwerking' dat onze directeurs de kans krijgen om een vinger aan de onderwijspols te houden. Er gebeurt zo veel, waardoor het voor onze schoolleiders met al hun operationele prioriteiten zo goed als onmogelijk is geworden om alles tot in de puntjes op te volgen. Als coördinerend directeur kan je dan proberen die nood wat te ledigen, maar ook dan is de netwerkorganisatie vaak het eerste aanspreekpunt op zoek naar correcte informatie.
Zo hebben onze begeleiders ons erg flexibel bijgestaan in het ietwat eigenzinnige Zill-traject van scholengemeenschap Zoniën. Neem bijvoorbeeld onze ‘plug & play-studiedag’. Een elektronische Zill-studiedag, uitgewerkt door een werkgroep van directeurs op basis van goede raad en suggesties van de pedagogische begeleidingsdienst. Het schoolteam drukt op start en mits wat begeleiding van directie en kernteam krijgen ze een prima studiedag (met inzichten, filmpjes, opdrachten en coöperatieve werkvormen) gepresenteerd zonder dat iedereen apart een spreker moet uitnodigen.
Ik denk dat het antwoord op die vraag in de vraag gevat zit in het woord ‘samen’. De enige manier waarop een 'lerende organisatie' als Katholiek Onderwijs Vlaanderen haar dienstverlening relevant, effectief en efficiënt kan houden, is door permanent in dialoog te gaan met haar partners, door constant te polsen naar noden en verwachtingen en mee een feedbackcultuur te bewerkstelligen.
Ik ben niet zeker dat al onze scholen in ‘het gewenste vakje van de Victoriaschaal’ zitten, maar wat ik wél zeker weet en voel, is dat ik me tegenwoordig meer dan ooit thuis voel in dit katholiek onderwijs.
Een onderwijs dat niet polariseert, maar samenbrengt, dat een thuis wil zijn voor iedereen, ongeacht geloof, taal, amoureuze voorkeur, gezinssamenstelling of wat dan ook. Je zal me niet horen beweren dat al die verscheidenheid ons nooit voor uitdagingen zet. Ik denk in ons geval dan in de eerste plaats aan anderstaligheid, maar ik merk in onze scholen toch heel sterk dat we die proberen te bekijken vanuit een respectvol en ruimdenkend perspectief.
Hoe maakt je bestuur werk van bestuurlijke optimalisering en schaalvergroting?
Als coördinator van de scholengemeenschap word ik niet heel nauw betrokken bij de gesprekken die in januari 2019 zullen leiden tot de fusie van zes van onze negen vzw's. De betrokken bestuurders blijven wel inzetten op een goed contact tussen nieuwe en 'oude' vzw's, aangezien ook zij het belang erkennen van een goede samenwerking in de scholengemeenschap na 2020.
Ik denk dat ik zowat in elk van mijn antwoorden de lofzang van de scholengemeenschap zing en dat het woord ‘samen’ er zowat tien keer in voorkomt. Alleen heb ik wel eens gelezen dat ‘trots’ een kwaliteit is van het ego. In die zin vind ik ‘dankbaarheid’ een betere term om mijn gevoel bij de samenwerking met deze directeurs en leraren te omschrijven.
Ons congres op 22 januari 2019 draagt als titel ‘Genereus ambitieus’. Wat betekent dit voor jou en jouw scholen?
Door open en transparant, vrijgevig en genereus te delen wat we allemaal kennen en kunnen, maken we het voor elkaar makkelijker om eigen ambities te realiseren. Ik hoop dat we ook na 2020 op deze teneur kunnen doorgaan, met eender hoeveel besturen.